Theo, jij bent zelf ondernemer en hebt een commerciële achtergrond. Hoe kan sociaal ondernemerschap volgens jou bijdragen aan de bestrijding van armoede?
Het is belangrijk om te beseffen dat armoedebestrijding een vrij nieuwe ontwikkeling is. In de jaren ’80 deden we daar als maatschappij eigenlijk niets aan. Armoedebestrijding en de maatschappelijke sector bestaan pas zo’n 30 jaar. Daarvoor had, zeker in Nederland, de overheid een veel grotere rol in het nivelleren van inkomens, het toegankelijk houden van goed onderwijs en zorg en het stimuleren van kansen gelijkheid. Die overheid trekt zich terug en er is in 30 jaar tijd een groter gat ontstaan. Daardoor is deze sector dus nieuw en valt er nog veel te leren.
Een voordeel van sociaal ondernemerschap is dat ondernemers binnen deze sector, door hun duidelijke focus, de ruimte hebben om te ontwikkelen en efficiënt kunnen omgaan met middelen. Er is helaas veel schaalvergroting mogelijk omdat het armoede probleem zich uitbreidt. Dus de uitdaging zal zijn om kwaliteit te behouden op grotere schaal.
In de sociale sector is de consolidatie en samenwerking een grote uitdaging. Er is veel versnippering. Door maatschappelijk werkers wordt schaalvergroting vaak geschuwd, omdat ze bang zijn voor kwaliteitsverlies. Terwijl je door initiatieven, zorgverleners en bedrijven bij elkaar te brengen, uiteindelijk meer mensen kunt helpen en de impact groter is. Impact investeerders en sociaal ondernemers kunnen daarin een belangrijke rol spelen.
Dat brengt ons direct bij de volgende vraag. Waarom zou je, om maatschappelijke ongelijkheid tegen te gaan, kiezen voor impact investeren en niet voor filantropie? Kan filantropie niet ook een belangrijke bijdrage leveren?
Dat is een mooie vraag. Ik denk dat zowel filantropie als impact investeren een belangrijke plaats innemen in dit veld. Er bestaat ook een verschil tussen traditionele en strategische filantropie. Strategische filantropie heeft als doel de gelden die de filantroop ter beschikking stelt op een systemische manier te ontwikkelen en waar mogelijk preventief te werken. Met andere woorden: we leren over een probleem, geven daar geld aan en blijven zoeken naar de oorzaak van het probleem. Traditionele filantropie werkt goed in kleine, niet-georganiseerde omgevingen en is wendbaar in noodsituaties. Denk aan het openstellen van Giro 555 om geld op te halen voor rampgebieden.
Om echte maatschappelijke verandering te bewerkstelligen is systeemverandering nodig.
Dat bereik je waarschijnlijk sneller met impact investeren. Bij lange termijnprojecten is impact investeren dan een duurzamere oplossing dan strategische filantropie, omdat er een financiële return nodig is die ook weer in het probleem wordt geïnvesteerd. Armoede is een steeds groter probleem, met een lange duurtijd. Door impactvol te investeren in startups die werken aan armoedebestrijding, werkt dat in dit geval beter dan traditionele of strategische filantropie.

Over zulke startups gesproken. We hebben jou gevraagd als expert op het gebied van armoede voor SI3 Fund. Dat betekent dat we jou kunnen inschakelen voor advies als wij een mogelijke investering voorbij zien komen. Verwacht jij dat er genoeg interessante startups gaan zijn die zich richten op armoedebestrijding?
Dat is wel mijn verwachting. Mijn persoonlijke interesse ligt vooral bij innovaties op woonzekerheid en duurzame woonoplossingen en leerzekerheid. Onderwijsongelijkheid is een groot probleem in België en Nederland. Kinderen die uit kansarme gezinnen komen, hebben daarmee ook meteen een lage slagingskans in het onderwijs. Niet omdat ze niet intelligent zijn, maar omdat de randvoorwaarden in het gezin niet goed genoeg zijn. Op deze twee thema’s zie ik al innoverende startups voorbij komen. Veel daarvan bevinden zich op dit moment echter nog in een te vroege fase voor de meeste impact investeerders.
Wat betreft armoedebestrijding zijn er, naar mijn mening, nog te weinig van de grote maatschappelijke organisaties bezig met innovatie. Dat komt ook omdat de sector nog zo jong is.
De maatschappelijke sector zou veel meer moeten kijken naar de innovatieve techsector, waarin samen ontwikkelen en kennisdelen bijna een vereiste is voor vooruitgang.
Denk aan de woon- en leerzekerheid hierboven. Een stabiele woonsituatie zorgt voor betere prestaties op school, wat uiteindelijk later weer leidt tot meer woonzekerheid vanwege goed betaald werk, enzovoorts. Als je alle schakels uit deze keten apart benaderd, geeft dat niet altijd de beste structurele oplossing voor dit maatschappelijke probleem. Consolidatie van de maatschappelijke sector, waarmee je samenwerking en kennisdeling creëert en de versnippering tegengaat, is hierin echt belangrijk.
Dat klinkt logisch. Welke rol kunnen wij als impact investeerders innemen binnen dit ecosysteem?
Als fonds heb je te maken met een bepaald investeringsbudget. Dat fonds is helaas niet onuitputtelijk, dus je moet kritisch kijken naar hoe je geld inzet en hoe je daarmee zo veel mogelijk waarde en impact kunt creëren. Bijvoorbeeld: armoedebestrijding in Vlaanderen alleen al vraagt om 300 miljoen euro. Kleinere investeringsfondsen hebben dan niet genoeg financiële middelen om een actorrol te spelen.
Je kunt processen goed beïnvloeden door een katalysatorrol in te nemen. Als katalysator kun je een erg grote groep bereiken en impact maken op het leven van veel mensen, omdat je dingen in beweging zet.

Door te impact investeren in sociale startups die zich met armoedebestrijding bezighouden, breng je die ontwikkeling verder in beweging, kan het bedrijf uitgroeien en zo voor een steeds grotere groep het verschil maken.
Het is zeker de bedoeling van SI3 Fund om op te treden als katalysator voor sociaal ondernemers en hun maatschappelijke startups. Denk je dat het voor mensen uit kansarme omgevingen ook mogelijk is om te beginnen met ondernemen?
Bij mensen uit kansarme omgevingen zie ik een grote mate van enthousiasme en ondernemendheid. Aan de andere kant zijn bepaalde randvoorwaarden nou eenmaal nodig om een succesvol bedrijf op te starten. Daarnaast zijn, naast enthousiasme en ondernemendheid, andere vaardigheden nodig om je door het landschap van bureaucratie, overheden, subsidies en dergelijke te kunnen bewegen. Startkapitaal of microfinanciering alleen is niet genoeg. Ik heb een jaar of 6 met microfinanciering geëxperimenteerd in India. Daar zie je dat het werkt, in eenvoudige omgevingen. In Nederland en België is de maatschappij zo complex vanwege allerlei reguleringen en controles die het niet makkelijk maken om een lopend bedrijf op te zetten. Microfinanciering kan dan voor ondernemers niet zo veel doen. Er zijn uiteraard succesverhalen, maar het aantal mislukte pogingen ligt helaas hoger. Ik had graag een hoopvollere situatie geschetst!

Tot slot, Theo; over hoop gesproken. Het voelt alsof we de laatste tijd leven in een soort doemscenario, waarin kansenongelijkheid, de armoedekloof en de algehele economische malaise alleen maar groter worden. Kijk jij nog hoopvol uit naar een toekomst waarin armoedebestrijding niet meer nodig zal zijn?
Ik heb uitgebreid onderzoek gedaan naar armoede, voordat we met Armen Tekort zijn begonnen. Ik probeerde armoede te begrijpen en heb gekeken naar wat wel of niet heeft gewerkt bij armoedebestrijding en armoedebeleid. Over de succesfactoren zijn we snel uitgepraat, dat zijn er niet zo veel. Faalfactoren zijn onder andere de versnippering binnen de maatschappelijke sector, onbegrip en vooroordelen.
Wat hoop geeft is de vereniging van mensen die leven in armoede. In België is er een veertigtal organisaties die deze mensen echt een stem geven in de maatschappij. Deze verenigingen helpen hen om zich uit te drukken, te laten horen hoe ze zich voelen en wat het voor hen betekent om in armoede te leven. Dat is erg belangrijk om het maatschappelijke en politieke gesprek over armoedebeleid op gang te brengen. Volgens mij ligt een groot deel van de oplossing in financiering door overheden en (traditionele en impact-) investeerders én lokale beleidsmakers ervan te overtuigen dat bijvoorbeeld sociale woningen een verrijking zijn van een buurt en geen achteruitgang. Gesprekken die ik onlangs heb gevoerd met zowel beleidsmakers als zeer traditionele ondernemers, geven mij de hoop dat er in ieder geval sprake is van vooruitgang.